Ik denk aan U
o mergelende dronkaards
die uw lach te vroeg verleerd hebt
en wier vlees, door ziekt' of ander ongemak,
verteert tot gij uw ‘Nooit meer’
nooit meer zweert.…
nog niet kunnen zien -
Geduld, eeuwig geduld heb ik
Tot jij af bent, altaar
Van Limburgs mergel
Naar Italiaans model
En dan een etmaal lang
Ondergedompeld in veertig liter water
Waardoor jouw boterzachte buitenkant
Verandert in een betonharde deklaag
Die storm en vorst
Voorzeker kan doorstaan…
Had het in de mergel
van het wachthuis
willen kerven
had het gevoel van weleer
weer terug;
Giebelig en tienerig...
Had jij mij nagedaan?
en met de wijsvinger
geschreven:
I LOVE YOU TO?…
druppel voor druppel
verjaart regen in de oceaan
atomen van haperend vlees
verwarren zon met maan
o, hemel nergens zichtbaar
in wolkenloos rookgordijn
onbeschreven blad, leeg
door verregaande letterpijn
kantlijn klinkt als evenaar
lachen als een hard gelag
alle huid, mergel, aarde
sterft op deze laatste dag…
De geluiden van rot in de mergel
gorgelen vreugde maar angst maakt hen hees:
de aarde verrot en de mens viert zijn vrees.
Haar git strijkt áán de helse duisternis
zij is de lont in de gevangenis.
De tijd is bom, de uren tellen snel.
Het brandt van toekomst die verlopen is
en elke stap wordt vak in ’t ganzenspel.…
Waar Nederland ophoudt
en Bourgondië begint
en bronsgroen hout
zachte heuvelruggen tint,
waar de Geul zich schuurde
door het mergelmassief
en men bokkeriejers hellevuurde
om hun vermeende brandbrief,
waar Neanderthalers
vuurstenen houwden
en vroege feodalers
het betere bier brouwden,
daar kerfde ik haar naam
in de gele mergelrots…
tussen Luik, Maastricht en Aken
langs de boorden van de Voer
rijgen dorpjes zich als schakels
tot een mooi idyllisch snoer
Romaans meerbogige bruggen
dwarsen ’t brede dal kerkhoog
over groene mergelruggen
fladdert vrij een dagpauwoog
wijl het ondergrondse krijt
zich latent tot grotten karstte
hoort men hoe stilte en tijd
hier uit al…