door het glas springt en mij bijt
omdat ik in hun halletje sta
Ze vertrouwen me toch mooi die mensen
Ik kan 'm net zo goed
met een jas van de kapstok smeren
De galerij over spurten
en in zweet naar de uitgang zoeken
Ordinair gegil galmt van de gevels
Die mensen, termieten
in hun ingestorte betonhopen
ik ontvlucht ze
als een kleine miereneter…