duisternis
het nachtlicht waakt wel, maar
vergeet te schijnen
snel verdwijnen binnen slaap
een wijde gaap en
dichte ogen mogen geen
verklikker zien
mijn huivering eet angst
mijn hart de mooiste uren
maar wat naar is, duurt het langst
en ik ben bang…
ik stap behoedzaam
in de kille ochtendstad
verblind
door de lage zomerzon
langs hondenpoep
en
nachtbraaksels
van vierenden zonder grenzen :
ze aten
spaghetti
kip met curry
en
friet
wat de honden aten
weet ik niet…