O nevelnacht, waarin geen sterren stralen!
O diepe, doffe stilte dezer stonde!
Geen klokketoon, die plechtig 't uur verkonde,
Niets hoor ik, dan mijn eigen ademhalen.
't Waar zoet voor mij, de in 's levens strijd gewonde,
In 't rustig rijk der dromen rond te dwalen.
Dan, ach! ik voel de fantasie mij falen,
Die vaak mij leidde, opdat ik…
De meisjes van Maria Hilfer
vrezen de koude najaarsnacht.
Doch nu nog zijn hun blikken wervend
Augustus streelt hun dijen zacht.
.
Ook in het Prater is er handel
discreet wordt koopwaar uitgestald.…
zo lief had gehad,
Zij scheen mij reiner en schoner dan ooit,
Het lichtblonde haar was met bloemen getooid
En schitterend wit was haar slepend gewaad,
En donker haar ogen en blank haar gelaat,
Haar ogen waren zó diep, zó zacht
Als een heldere, warme najaarsnacht.…