Veel zei hij niet
zijn blik tuurde in eenzaamheid
richting het raam
Hij kwam niet meer buiten
omdat alles troebel werd voor zijn ogen
even vermoeiend werd het lopen
Voetstappen dempen
in het huis van kamerbreed tapijt
achter een gesloten deur…
Zij draagt het voelen
in haar vingertoppen
Zij draagt het zien
in de palm van haar hand
Zij draagt de fluister
in het horen zingen van de wind
Zij draagt haar tranen
in bijna blinde ogen
Zij draagt het hoopvolle
in haar harteklop
Zij draagt de smeekbede
in de stilte van haar stem
Zij draagt de vraag
aan de doktoren
redt mijn ogen…
De glimlach speelt met
tranen
De aanvaarding speelt
tikkertje
met de opstandigheid
De wind sust
troostend
wilde haren
En ik fluister naar
de eindeloosheid
van het onzekere
met gebalde vuisten…
Jouw troostende handen
drogen de tranen op mijn wangen
je kust mijn ogen
en fluistert, het komt goed
ach we weten het beiden
beter worden zal het niet
mijn hand in de jouwe
een hoopvolle glimlach
de morgen tegemoet
neem me nog even in je armen
laat me voelen
ruiken proeven
van de liefde
tussen ons
jouw huid tegen de mijne
zweetdruppels…