ach de arme paalzitter
hij ontwaakt
uit diepe luimer
kil en stijf het lijf
fijn druppelig de nevelsluier
bij gekwaak en gesnater
gegons gezoem geplons
eend gans zwaan
kikker libel waterhoen
ver weg een kippenhaan
elke dageraad
bij het gloren van het eerste licht
raakt hij treurig en ontwricht
van zijn dagstaat
zo paalvast
bij al dat…
Th: Thomas van der Zeyde
St: Abel Staring
Am: Amos Kurzweil
Th:
Op de steiger
trippelt wit een kwikstaart
naar de Zwarte Zee
St:
Je raapt hier kromme stokken
een hele troost bij het gaan
Am:
Buitengaats
die paalzitters aalscholvers
bij de vleet
Wolken groeien op de kim
vaag van vorm en naamloos nog
Laat ze toch
verschijnen…