Het prachtige woord indulgentie
Is verwant aan penitentie.
Je beoefent toegeeflijkheid,
scheldt de ander “zonden” kwijt
en veegt die onder het bloemtapijt.
Dat gedoe over “zonden”
heb ik altijd al “zonde” gevonden.…
Ik vond hem vroeger al een beetje stijf
En nu ik nieuwe beelden van die vent zie
Na zes jaar buitenlandse penitentie
Verrast mij ook de omvang van zijn lijf
Maar toch, wellicht tot woede van de natie,
Beweegt hij zich nu plotseling met gratie…
Dry January viel me weer niet mee
De hele maand was ik in abstinentie
Het voelde als een jaar in penitentie
Ik zat zelfs met mijn vrouw soms aan de thee
Maar nu laat ik het bier weer vrolijk schuimen
Die droge sherry was niet om te pruimen…
gronden
trokken 's zondags eendrachtig naar de kerk
waar we vroom baden voor vrucht naar werk
als groep werd het thuis ontbonden
Alle zeven uitgestreken smoel
kwamen op een rij bij school voorrijden
zodat ze ons niet leerden onderscheiden
Mijnheer Pastoor in de biechtstoel
gaf me toen de weesgegroeten voor broer jan
sindsdien huis ik op penitentie…
de kanselier wisselde van heer
en wist zich voortaan horig
aan de potentaat der potentaten
zelfs zijn vriend de koning
moest wijken voor diens eer
o die bloedige ernst
macht verheft zich tegen macht
en heimelijk draagt thomas
het boetehemd van geitenhaar
wemelend van leven
hij week niet
toen de moordenaars
de kathedraal betraden…
draadjes
aan het verkrachten langs smalle paadjes
hij gaat naar meneer pastoor
voor biecht en wederhoor
vraagt om pijnverlichting
door schuldbewuste taakverrichting
door charitatieve schuldverplichting
maar meneer pastoor is niet soepel
te krap die hemelkoepel
zijn zondes zijn te veel te zwaaar
om nog weg te bidden in die paar jaar
zijn penitentie…