ik stof maar rond met een plumeau
verplaats het van hier naar daar
slechts zelden op dezelfde plek
soms zit ik in het oog van de storm
vloeit rust in waakzaamheid
ben ik het vliedend middelpunt
van het heelal
vervloei ik tot niets en al
voel ik ben u niet waard
een hand die jasmijnthee schenkt
hoopt de afstand te verkleinen…
winterkoninkje
de duivel
een nachtbrakende kwartel
een vervalst barokklokje
onder zijn mantel
de schildwacht op
heterdaad betrapt
op een divanbed
uitend zijn misnoegen
over bedorven bruidssluiers
gadegeslagen op de hielen
gezeten en verraden
door het honderdjarig eksteroog
van een bedwelmde in een
rouwfloers rondfladderende
plumeau…
Het ene jaar stond je in onze serre,
een ander jaar naast het bureau,
van tijd tot tijd kom ik je plagend tegen,
dan duik je even onder mijn plumeau.
Vandaag was ik je lange haren
heel zacht masserend met een natte doek,
daarna je neus, je ogen en je wangen,
je moest eens weten wat het met me doet.…