Ik ken een huis
maar het is geen woning
Er brandt een haard
maar het voelt zo koud
Het is er slechts
een schertsvertoning
omdat niemand echt
van iemand houdt…
Je slaat je vleugels uit
Zo vrij, een vlucht over de volken
Wit verenpak, een bruid
Met als bruidegom de wolken
Jij zwaan, jij vogelkoning
Vol kracht je vrijheid nemend
De mens een schertsvertoning
De lucht adembenemend
Jouw macht, niets houdt je tegen
Maar heel in het geniep
Krijg je moeite met bewegen
Je sterft aan vogelgriep…
ik ging naar bed, omarmde mijn symptomen
met bonzend hart lag ik op de matras
gedachten klonterden tot een moeras
ik hoopte dat het bloed in mij bleef stromen
ik draaide om, maar slapen deed ik pas
nadat ik tot het inzicht was gekomen
dat 'werkelijk' zich afspeelt in mijn dromen
en 'leven' slechts een schertsvertoning was
die ogenblikkelijk…
De paus veroordeelt deze schertsvertoning.
Voor Benedictus is de kerst een reden
om op de armoe en de strijd te wijzen.
Hij roept de mensen op tot hulp en vrede.
De vreters barsten echter uit hun voegen
en doen z'n haren zelfs te berge rijzen.
't Is voor de paus een bron van kerstmisnoegen.…