het eerste blaadje
onbeschreven
maagdelijk
in het wit
ik schrijf mijn woorden
overdreven
feestelijk
in gelid
na regel zeven
als vanzelf
rommelig
wordt het sleur
en in de buurt van
regel elf
dusdanig
dat ik scheur
*met een knipoog naar “writers’ block” van Helen Josephs…
geen woord in mijn kop
nee, het zat me niet mee:
ook mijn schrijfblok was op
mijn brein dat maar zweeg
nee, het zat me niet mee:
ook mijn ballpoint was leeg
wat had ik een pech
nee, het zat me niet mee:
ook mijn potlood nog weg
zo'n hoofd dat maar staakt
nee, ik zat er niet mee:
toch een versje gemaakt…
Toen ik dan jou
En mezelf was
Kwijtgeraakt
En in de stilte
Van het klooster
Dat mij deze
Retraite bood
In mijn sobere cel
Mijzelf langzamerhand
Begon terug te vinden,
Was het dat
Ik als vanzelf
De woorden vond die
Mijn pen op het
Schrijfblok lichtjes
Vastlegde, en dat ik
Mijn verdriet een stem gaf
Die zacht vibrerend…
Aanrollende golven
met schuimende koppen
de strandtent kraakt
Koffie en schrijfblok
achter door zilte wind
gestraald vensterglas
Zilveren meeuwen
leven zich uit tegen
staalblauwe hemel
Contrast tussen toorn
der zee en m'n lichaam
scherpt 't bewustzijn
Gewoon gelukkig
op 'n koude winterdag
aan de Noordzee…