de schrijfpen trilt op het papier
aanblaast 't gedicht
hier-en-nu
mijmeringwoorden druppelen
waaien open
aan de linkerhand
(doet mij de wintersneeuw,
de kou vergeten op de achtergrond)
zucht ik naar de eerste Lentewind
als klankgazelle
aan m’n rechterhand
dat ik bemin, vol lichte geluidjes
puur en pril
op de wijzers van licht
dag…
sterfbed
heimwee waaide woedend weg
over zilte stranden van verlangen
in mijn fantasierijke verbeelding
over de zwoele zomeravond
intens was de liefde, warm
het zand als kleding, naakt
was de echo machtig
als een vlinderhart, zo snel
er werd een foto gemaakt
de vreemde geluiden verdwenen weer
een echo stamelde wat onbegrepen
liet de schrijfpen…