Zijn ogen zien hoe merels
liefdevol een nestje weven
in het paars van de seringenboom
turen dan stilte
klevend aan de tijd
die zwijgen traag verlengt
hij glimlacht vaag
bij de herinnering aan
hoe mooi het was
waarom
schrijnt zijn verdriet
misschien omdat ik stierf lief
fluistert zij
hij hoort haar niet…
er ligt licht in het water
intiem
dat van je hand
dat van het woord in de zon
dat van je armen om dit alles
op een zomerdag
witte waterlelieknoppen
dat tussen vruchten en de vlinder
op een seringenboom
dat wat je streelt over mijn buik
in een zachte stroom
samen als dragers
van wat jij en ik verwachten
terwijl de tijd kronkelt in het licht…
sering o seringen
ik wil je bezingen
of je roze bent
of paars bent
of wit
jouw naam wil ik noemen
jouw trossende bloemen
het aroma
het zoetste
bezit
sering o seringen
van jou wil ik zingen
in je geur
in je kleur
klinkt een hit…
er komt een dag
waarop de seringenboom zich zal afvragen
waar de wereld is, de halfgewiste paden
met geestverwanten en gewonde stenen
voor wie hij zijn geur nog zal verspreiden
misschien door een enkel beefgebaar
dat zich naar buiten buigt
ik kijk naar hem
en naar de klaarte, rondom verlangen
blijf met mijn hart in zijn oude takken…
de knoppen in de seringenboom
zullen straks barsten, mooi en vol van kleur
waar mijn ouders zo van hielden
de warme dagen van de lente zal ook de liefde
goed doen. mensen nu eens geen gezeur of geklaag
het is nu lente en dat wilden we zo graag
laat ons volop genieten van deze tijd.
lente en dan… op weg naar de zomer…