(fragment)
Mijn Laura die ik min, kwam in mijn slaapzaal treden,
Met liefelijk gelaat, en moedernaakte leên,
Een kleedje alleen bedekte haar heupen naar beneden,
't Hing al van melk en bloed en maagdenwas aaneen:
Een windje op haar verliefd,
Ten venster ingeslopen,
Bedreef een stoute dieft,
En spreidde 't kleedje open,
Daar zag men…
Zou ook jij je wil niet wensen op te leggen aan je gedachten,
hen met kracht beïnvloeden, jouw dakkamer is nu te vol,
niet te bevroeden oogt 't een slaapzaal voor ons allemaal.…
Ik herinner me
een silhouet
die, donker als de nacht,
het licht uit de slaapzaal moest weren.
En ik ging uit de kleren.
Want Israël was naakt en nat en geil
terwijl Rome, met een kussen tussen de benen,
verlangde naar warm en zacht.
Daar heeft de heilige vader
een kinderziel verkracht.…
Mijn Laura, die ik min, kwam in mijn slaapzaal treden,
Met liefelijk gelaat en moedernaakte leên,
Een kleedje alleen bedekte haar heupen naar beneden,
't Hing al van melk en bloed en maagdenwas aaneen:
Een windje op haar verliefd,
Ten venster ingeslopen,
Bedreef een stoute dieft
En spreidde 't kleedje open,
Daar zag men dat een mens…