In de kraamkamer
met onbeperkt zicht
ziet een wereld
het levenslicht
en huilt zilte zonnen
Aan het front
stranden
warme klanken
ondergronds
in geluidsdichte kisten
Er zitten sloten op
oneindigheid
liegt de maan
in de waan
een sloopkogel te zijn…
Nachtelijke stilte valt
over de oude lege villa
hij denkt aan vroeger
toen hij nog jong was -
aan de kindergeluiden
aan kamers vol geluk
aan de grote familie
die in 1944 verdween
in een nacht als deze -
aan krakende balken
van zijn skelet die
de kopers verjaagden
vooral denkt hij aan
de sloopkogel morgen…
De boomtakken zitten vol kwinkelerende vogels
al voelen sommige ook als werkelijke sloopkogels.
Goudgeel beschenen nu de maan is verdwenen,
maken mijn gedachten een zwerftocht op twee benen.
Eenmaal namelijk door die dorst naar kennis gewekt
voelt het of mijn gedachten met veerkracht zijn bedekt.…