de geur van afwezigheid
in stilte bekranst
dooft geen sterren
in de zomer noch in de herfst
er zijn soms
geen woorden in gedachten
die lichtslierten laten stijgen
in de dag
of in het avondzwijgen
nauwelijks zichtbaar in die diepe stroom
beeft zacht en in zichzelf verloren
een tengere vogel
nog diep gebogen
met angst om haar…
Aan het einde van de route
wacht het gapend, zwarte gat,
Knaagt des werelds karkas kaal,
ontbindt de Aarde in atomen:
verwaait het stof, primordiaal
tot afgestorven sterrenstromen
Als doler over ’t dode zand,
voorbij de weg geslonken tijd.
Doelloos dwalend over ‘t strand
langs grijze zee van eeuwigheid.…
Als laatste dichter, als getuige van het eind’
en het begin, van zonnewind en sterrenstroom.
De entropie van poëzie, het woord verkwijnt,
mijn verzen vloeien over in verstilde droom.
Ik vulde de kronieken met mijn emperie,
mijn veer gedipt in Lethe, schreef het groot gedicht.…