Mensen leven als egootjes,
op een eenzaam bolletje,
waarvan er meer zijn,
dan zandkorrels,
van een strand.
Mensen denken onvoorstelbaar.
Zo kunnen we gaan denken,
dat we erg eenzaam zijn.
Dieren denken dat niet,
denkt een dichter.
De dichter ligt nu in bed.
Hij waant zich eenzaam.
Alleen, vannacht.
Onbegrepen.
Hij denkt na.
Hij schrijft…
Ja ik ben in lijvenland beland
Italianen lopen dicht langs elkaar in badkleren
Bruin, wit, dik, dun, oude meiden naast jonge heren
Zo gaat het er hier aan toe aan dit bom volle strand
Betonnen daken beschermen je tegen de zon
Water wordt uit flessen gedronken
Iedereen lijkt onverschillig juist niet naar elkaar te lonken
Is dit zoals in 't paradijs…
Waar is de zon gebleven
met een klein beetje strandleven.
Overal buien en onweer
het leek herfstweer.
We konden niet genieten
de wolken begonnen met regen te gieten.
Bloemen konden niet meer bloeien.
De kinderen konden niet meer stoeien.
Het kampleven werd weggeblazen
festivals werden afgeblazen.…
Waar is de zon gebleven
met een klein beetje strandleven.
Overal buien en onweer
het lijkt wel herfstweer.
We kunnen niet genieten
de wolken beginnen met regen te gieten.
Bloemen kunnen niet meer bloeien.
De kinderen niet meer stoeien.
Het kampleven werd weggeblazen
festivals afgeblazen.…