Als David moeste vluchten
Voor Saül de tyran,
Zo heb ik moeten zuchten
Met menig edelman,
Maar God heeft hem verheven,
Verlost uit aller nood.
Een Koninkrijk gegeven
In Israël zeer groot.…
Hij met de doodskop en fanatisch boos
Van baard en ogen, kon geluk ontberen.
Waarom de Souvereiniteit des Heeren
Juist hem tot feilloos treffend wapen koos?
Hij wierp zich ziende in het grondeloos
Diep van Zijn eeuwige genaverbonden;
Verheffend bovenal en voor altoos
Gods Eer, Wiens heiligheid…