Hij die, - uit vrije keus - ,
En in zijn achter kamer,
Met hoofdpijn als een hamer,
En volgestopte neus,
Met klemming op zijn water,
En lusten als een kater,
En met een stijve nek,
En vijf gebroken ruiten,
En deuren, die niet sluiten,
En 't Pootje* in zijn kuiten,
Er uitziet als een gek;
Is min nog te beklagen
Dan hij, die drie paar dagen…
De veest wordt met dit woord fraai aangekleed.
Je denkt haast aan een Italiaanse wijn,
doch flatus, ja het is maar dat je ’t weet,
is niets meer dan een ordinaire scheet.
Hij komt vaak als je spek en bonen eet;
op ui gedijt hij ook bijzonder fijn.
De flatus, ja het is maar dat je ’t weet,
is niets meer dan een ordinaire scheet.…