De man als slaaf van z'n gesteven lid
wordt vleselijke lust sneller vergeven.
Hij praat recht wat krom is, hangt rond
met trouwe hondenogen vol schuldgevoel
kwispelende echtgenoot met 'n hondenkop.
De affaire wordt 't zwaard van Damocles
het hangt boven zijn hoofd bij elke stap
en wordt door haar bij conflict ingezet.…
Of zal ik spreken
over tijden van geweest,
toen zeden, officieel geknepen,
vleselijk gerief ontkenden,
terwijl nu als norm moet gelden,
geilheid van geest en
dorheid van ziel.
Of zal ik spreken
over ziekte en verdriet;
over eindigheid;
over het doodgaan;
over afscheid moeten nemen
van zo geliefde dingen,
al wil je het niet.…
Hoogmoedig trotseren vijanden Zijn naam
de Naam van Adonai de enige God van Israël
de vijand lucifer met al zijn addertjes tezaam
al die in vleselijke lusten gaan
onze God heeft een Naam
roept elk kind bij naam
in Jezus Christus onze Heer
-die zegt-
een iegelijk dan: die
mij belijden zal bij de mensen
dien zal ook ik belijden bij…
naar glanzende verwachting
zoals bijen zoekend zoemen
onbezonnen ruikend aan
een honingzoete struikenknoop
in de waarheid echter
kwam allengs het starre beeld
van de zure aanwezige verdroging
in een verstilde waterloop
woorden tellen al lang niet meer
terwijl zij stapelen tot verre hoogte
op scherven van gebroken glas
mij snijdend in vleselijke…
zijn Nederlandse Histooriën
'aen die kaecke of int pellorijn setten'
is gewoon een hoofd in een halsring
aan de schandpaal sluiten
vel echter nimmer een oordeel
zonder schouw van haken en ogen
zo was geschreven op een Oud Raedhuys
'ziet rechts de kaak op het bordes'
daar was echter geen ring of ringetje
wel de paal nagels en een vleselijk…
Dat verzen vibreren in een dichterlijke vrijheid op
hetzelfde moment klampen klanken aan geveerde antennes
vast, sijpelende traandruppels blazen iedere vorm van slapeloosheid
weg, het slip ontwerpt een land van glooiende heuvels en vleselijke eilanden.…
Maar Dieuwer die is wijs en vroed,
Niet vleselijk of beestig,
Zij lieft z’n vlees niet of z’n bloed,
Maar z’is genegen tot z’n goed,
Bemint ze ’m dan niet geestig?…
Vlak voor zij mij zal ontmantelen
En me mateloos zal bezitten
als een machteloze troon,
gevloerd onder haar vleselijk gewil.
Bang van hoe luid haar huid zal hijgen
wanneer die zich met de mijne verwart.…