Alsof zij daar ligt, nu
hier is gaan liggen, en aanbiedt
wat zij onthult: een duin, blakend
op haar zij, een waarsprekende
waaier, de rilling die mij opricht;
en geur, ooit zo doorhuifd als alleen
verbeelding het wil, opdat zij uitmaakt
hoe het is. Niet hier immers, door mijn
ogen niet, is zij opgewekt om toen
daar te gaan liggen, zich…
bogen
dat weet ik door het hart
voor ademhaling
van loopvlakken
langs de wegen
ik woon op eigenschap in dagen
op stem en oog
van plaats tot plaats
op de manier van gedachtegoed
geduld vult zijn taak
van stromen naar stemming
en bestemming
dat verandert alles
op de glimlach van mond
loven mijn lippen het licht van de wereld
bij het vrouwbeeld…