razernij
op de dode mond
van moeders en vaders en rondom de radeloze bomen
zwijgend bij elkaar
naast wapens, wonden en luchten vol lood
in één overschrijdend, bewoond
gebaar
waarom is hij zo ver af, zo nabij
mijn bedroefde ogen
als een vonk van bewuste
eeuwigheid
------------------------------------
Opgedragen aan de heer Waltack…
tijdens zijn reizen en ik liep
met hem doorheen de stilte
passeerde schemeringen, rondgezonden
door oude vloedlijnen
dichterbij en soms weer veraf
in het volle geluid maakte ik me los
en vond een vreemde
roerloosheid
de betekenis van een mens
ik gaf hem Goethe
maar hij schonk me zijn aanwezigheid
Opgedragen aan de Heer Waltack…
maar ook uw pijn, nooit aflatend,
met vragende vingers naar oorlog
en kinderjaren
meer tussen regels in
toch bleef er nog zoveel moois over
in uw stem;
het prediken met krachtige stem,
Bach en bloesems en het woordeloze
tussen uw en mijn ogen
wanneer we elkaars pijn voelden
- wij waaiden door onze herschreven dromen -
rust zacht, lieve Meneer Waltack…