Het waddenstrand ontruimd door waterhozen
Dat zijn dus slurven die hun water lozen
Het liefst op een toerist in lederhosen
Die heel onhandig ligt te minnekozen
Of in het zand verscholen goddelozen
Die schaamteloos een potje willen vozen
Dat zijn dan meestal ook nog eens werklozen
Die zitten met hun uitkering op rozen
En veinzen rugblessures…
Een afgod der matrozen,
Had nooit gevreesd op 't pekelsop,
Bij storm of waterhozen;
Hij floot, hoe slecht de zaak ook stond -
En tienmaal daags kwam 't uit zijn mond:
"'t Is maar een wissewasje!…