´n ogen gesloten
licht gapend slapend
laat ik me dromend meevoeren:
als ´n gevallen blaadje
licht drijvend in de beek;
'n reusachtige boomstam
op open water;
'n vlot op stroom;
´n vallende steen in
het geraas van een waterval;
´n zacht zoevende zeilboot
op eindeloze zeeën en
oeverloze oceanen
Het tsunamiseert m´n
achterdijkse waterlanders…
In mijn rode jurkje met de witte stippen
Wandelend aan moeders hand
Voorbij duinen paarse heide 't zout op lippen
Sloffend sporen achterlatend door 't mulle zand
Eensklaps een lied uit de wolken gewaar
Getoonzet door honger dichtbij 't strand
Nergens de kinderboerderij waarop ik staar
Zachtjes streelt moeder mijn hand
Met waterlanders…
De waterlander vertrok, keerde soms
weer in de haven, maar altijd weer
woei de wind hem de oceaan op.
Waarom kwam jij niet mee?
Het droge land bindt je alleen maar
met diepe wortels, zodat je onbeweeglijk
vast staat, totdat een ander het oordeel velt.…
Jij ziet ze voelen, zij zien je denken:
Waterlanders,
Weer de wolf uit Holland.
Eet geen opgezette kreeft.
Pijn heerst ook als wij vergeten.
Gun de dieren hun leefmanieren.
Bliksemwit, ooggeel, stralingsgevaar -
het overkomt ons als we dutten.…
Ik weet dat ik die ene speciale dag dacht aan boeken
hun randen en waterlanders en rivierbeddingen
naast spruiten en verdwalen in de Efteling
er lag zand in mijn handen , er was een rivier door mijn hoofd
zonder meer bij mijn kladden gearriveerd.…