lente in krenttijd
netgedicht
wij krentten druiven onder glas
te veel de foute korrels eruit
gewreven gekrabd geduwd
trossen uitgedund in onze kas
gevraagd vingers lang en fijn
soepel lenig bovendien
scherpe ogen om te zien
sneller dan je snel kon zijn
op trappen waren ze gezeten
de tantes m’n moeder
de dames van het dorp
krentend ging ik voor ze heten
de vrouwen…