DE WONING
poëzie
Mijn kleine kamer, mijn laag huis,
Eng en vertrouwlijk als een kluis,
Waarover zich van wand tot wand
De grijsheid van de zoldring spant ;
Buiten de drempel het gebloemt,
Dat 't aambeeld en de hamer roemt,
Het goud, waaruit het is gesmeed,
De vinger, die zijn drift bestreed;
Opwaarts, gebeeldhouwd in het groen,
Een eedle boog,…