Het zijn niet sneeuw en ijs
waardoor het einde van het jaar
mij dichterbij schijnt
Het zijn niet die lichtjes
of ballen in de bomen, ook
niet de mooiverpakte cadeautjes
Het zijn niet de beelden op tv,
over rampen, armoede, oorlog
of hongerige kinderen
Het is niets van dat alles,
alleen wintermoeheid, en
koude voeten in mijn bed…
Januari worden we wintermoe
winter doe vlug uw deurtje toe
al die stormen, regen en wind
maken mensen niet blij gezind
februari moet het zonnetje schijnen
sneeuwklokjes lieflijk verschijnen
maart moet tere bloesems brengen
en de dagen zienlijk doen lengen
april toon niet teveel van je grillen
en laat jonge bloesems niet rillen…
Wij zijn wintermoe!
‘t Moet zomer zijn, geen koude lucht,
die bijt en straalt; ‘t moet open,
dat, wachtende, in de botte zit
of weer in ‘t gers gekropen,
van schuchterheid, voor ‘t nijpen van
de hardgevuiste winterman!…
Wij zijn wintermoe!
‘t Moet zomer zijn, geen koude lucht,
die bijt en straalt; ‘t moet open,
dat, wachtende, in de botte zit
of weer in ‘t gers gekropen,
van schuchterheid, voor ‘t nijpen van
de hardgevuiste winterman!…
Wij zijn wintermoe!
’t Moet zomer zijn, geen koude lucht,
die bijt en straalt; ’t moet open,
dat, wachtende, in de botte zit,
of weer in ’t gers gekropen,
van schuchterheid, voor ’t nijpen van
de hardgevuiste winterman!…