Omarm me lief
En hou je adem in
Ik zit op een wolk
En 't wolkenpak
Is zo dicht nog niet
Omarm me lief
maar niet zo hard
Ben nog wat week
En in de zee verdrink ik
Sneller dan je denkt
Omarm me lief
Ik verzet me niet
En hou je vast
Het is slechts de ijle lucht
Die mij benauwt…
De vraag die mijn benauwde hart zo tart:
wanneer verdrijft de Zon het wolkenpak,
waaruit zo plotseling de storm opstak
die mij, door golven overspoeld, benard
in het woelige wateroppervlak
deed grijpen naar een halm, die ik, verstard
op zoek naar redding, gretig voor mijn part,
aanzag als vlot, een hand die Hij uitstak.…
Reigerkoppen zonder poten
staren in dit wolkenpak.
Oorverdovend is de stilte in
dit onherkenbaar land.
En mijn hoofd, ook zonder lichaam
peddelt naar de wallenkant.…
Ik kan niet meer zwaarmoedig schrijven
het zwarte wolkenpak wist jij te verdrijven
gewoon die keer dat ik jou zag dansen op de wind
licht als een veertje, een glimlach als van een spelend kind
gewoon iedere keer als onze lijven
zacht tegen elkaar aan wrijven
lach ik stil.…