de boekanier plachte
zich te redden
door het vlot
dat op de plecht gelegen
vooruit te duwen naar de steven
doch hij verzonk
met moed en zeemanstaal
maar niet voordien hij at en dronk
van het laatste avondmaal
nog eenmaal restte hem het zicht
om de boeg te zien weerzinken
toen het schip bij het gericht
zich knielde in de avondvinken…
waar wij onze hartstochten botvieren
zullen geen baren te hoog zijn
Laat mij geen bakzeil halen vrouw
ík voer de bezem in de mast
zet dus maar alle zeilen bij
zorg dat de dijken laag zijn
en houdt de kluisgaten wijd open
ik kom eraan
tussen de klippen zullen we doorzeilen
ik zeg je vrouw - voortvarend als we zijn
zullen we hard van…