Ik kan niet bij haar geraken
overal is de rivier te breed
zijn de meanders uitgesleten
gelijk mijn handen in haar
het blad sterft op de oever
geur van humus dringt door
tot een verlegen donkerte
in mijn hart, pindraad streelt
de koebeesten, aait mijn vel
het water ruist, speelt met
de naakte vissen, zilvert dan
stillekes de gouden zon…
Schemerliedje, tintel-fijn,
buiten zilvert maneschijn,
buiten staan de bomen
te dromen.
Sterren beven in ’t fluweel,
ijl-hoog suist muziekgespeel,
‘k sta te zien en luister
in ’t duister.
Schemerliedje, tintel-fijn,
mocht ik met uw wijsje klein,
geven stil verblijden
wie lijden.…
de maan zilvert
in nachtelijke majesteit
door het zwarte kant
van berkentwijgen
onze ontmoeting is
in een zachte koele nevel
het maanlicht schittert in je ogen
jij maakt de sterren de orion
de verre nevels en kleuren
tot je vrienden
jouw gezicht is de sterrenhemel
mijn eeuwige ster
ik mag bij jou stralen
warm en veilig
in donzige…
onzichtbare storm in deze nacht
waar de maan zilvert en regeert
bomen bulderen in hun kronen
een antwoord op de hoge stilte
in mijn wereld vol muziek
vallen gedachten zacht en stil
een eenzame onzichtbare vogel
trekt een trage streep naar de maan
een eindeloze vergeefse reis
een vlucht van vaste grond
eens weer in jouw geborgenheid…
in deze nacht
raast de storm onzichtbaar
langs de heldere hemel
de maan zilvert
de bomen bulderen
met hun hoge kronen
een antwoord
ik ben in een wereld
vol muziek
hoog boven mijn hoofd
trekt een ver vliegtuig
een streep over de maan
naar een oneindige bestemming
straks ben ik bij jou
en samen dromen we
in onze warmte
over verre…