Als de woedende
noordwesterstorm
de knokige, oude boom
dan eindelijk genadeloos
uit zijn zomerjas joelt,
kijk ik machteloos toe
hoe hij zijn bange,
gewonde armen
wanhopig ten hemel richt
en niets anders kan doen
dan zwijgend, meebuigend
toegeven
aan het valse lachje
van de Grote Woelewaai.…
Winter geen winter
Lopend in mijn zomerjas
Is 't gewoon voorjaar
Reeds gekleurd herfstblad
Geselt normaalgesproken
Nu slechts dwarrelt
Want de wind is zwoel
Temperatuur veel te hoog
Duidelijk van slag
Opwarming een feit
De natuur sterft rigoureus
Waarom wij zo tam...?…
regendruppels dansen
op mijn zomerjas
bemodderde voeten
stappen in een plas
fietser kijkt chagrijnig
naar man op zijn pad
hond blaft naar eend
kater zoekt kat
visser ziet alleen zijn dobber
jongen roept meisje na:
trut, fiets maar gauw verder!…
ruimte ongestookt door
een schaarste en krap van
formaat galmt nog even na
van de snauwende vragen
afgevuurd in de uren
volgend de witte vlag
De gevangene rillend van
angst en verzwakt door ziekte
stopt wanhopig steeds weer
proberend zijn mismaakte
handen in wat zakken lijken
van een volledig doorgesleten
en verschoten vooroorlogse
lange zomerjas…
Ook kocht ik een nieuwe zomerjas,
veel geel en lichtbruin, gewoon
omdat ik hem mooi en stoer vind.
Ik heb ook al een gave zonnebril
op het oog, maar daar wacht ik nog
even mee, pas als de zomer echt
begint.…
laatste beetje warmte berooft
Je schenkt de koffie in
de mok voelt nu al warmer dan de vorige keer
een laatste picknick voorlopig, in de open lucht
vanaf volgende week gebruiken we de keukentafel weer
Een wandeling door het bos doet nog altijd goed
al komt de sjaal nu toch echt langzaam weer van pas
een laatste keer ontdoen we elkaar van onze zomerjas…