Achter de gordijnen is de wereld.
Buiten is hemelsbreed nog geen twee meter weg.
De schaduw van een gestalte, meneer Esdoorn
zwiept als een dronkeman, onvast ter wortel
lonkt naar de ruiten die mijn ramen zijn.
Opengeschoven stukken doek geven mij
terug wat ik nooit zou kunnen missen.
Esdoorn is nuchter, leunt gelukzalig
Op het leven van een…
De hartverscheurende schoonheid
van de bloementuil
detoneert prachtig bij
de knokige koning van de weg
Zijn hoofddeksel steekt
als een mijnwerkershelm
boven zijn onherkenbaar gezicht
van waaruit twee verbaasde ogen
de zeldzaam grauwe wereld inblikken.
Zijn tuniek is besmeurd
met slijk en sponsornamen
en de galmende menigte,
als een hek…
Het ruisen van de boom
die zo eenzaam tussen straatstenen
staat te bestaan
is als dat van een
schitterende branding die
in de vuurrood verdrinkende zon
flessen met brieven of
met belastingaanslagen
het strand op laat rollen.
De vorm van de boom
met de grillige schoonheid
van een kathedraal van zand
of van een
geniaal schelpensculptuur…