Bij het sterfbed van mijn overgrootvader
Mijn overgrootvader is dood; ik ben tien,
moet langs een laan met bomen naar hem toe,
na het eten, laat nog, ik ben zo moe
dat ik om heel verkeerde redenen grien.
Mijn janken wordt voor heus verdriet versleten
en even later is het ook wel echt,
als ik de oude zie, al afgelegd,
weet ik wat ik liever niet had geweten.
Dat hij mijlenver van zee moest doodgaan
onder bomen, komt mij nog als het ergste voor;
zo kan ik hem niet laten gaan.
Ik weet haar te liggen, groot en wit als ivoor,
in de kast naast het bed, links achteraan:
heel voorzichtig houd ik de schelp aan zijn oor.
-----------------------------------------------
uit: 'Zaailingen', 1998.
Inzender: jv, 4 juli 2006
Geplaatst in de categorie: emoties