Villakind
Klimop is niet om in te wonen:
daar schreeuwt een papegaai met zwarte tong
en komt de bliksem langs beneden.
Nee, wij bouwen liever op de stoeprand,
voyeurs van goed en kwaad,
en mijden het geel met paarse licht
van glas in lood en een kwaad geweten.
Het goede is een dame die zingt,
haar mond schrijft o, haar buik beschermt.
Het kwade is onvast ter been,
daar zwaait het dreigend om zijn as,
tot straten verder pas wij het bloed
weer kennen in ons oor.
Genade is altijd en over al te vinden,
maar genade doet ondraaglijk pijn.
Zelden wordt een meisje zichtbaar
en richt in ons vreemdsoortig
meelij aan om wat wij niet misdeden:
in niemandsland helpen wij haar te dragen.
Wij springen over sloten naar de toekomst,
want doorgaans hebben wij ons leven veil.
En niemand is gebleven.
-----------------------
uit: 'Gratie', 2002.
Inzender: jt, 7 mei 2021
Geplaatst in de categorie: filosofie