Verdeeld
Gister gelopen onder de spoorbrug door,
driemaal de zon voorbij met het nieuwe kind,
tot waar je de autoweg ziet.
Hoe je verdeeld raakt, op-
gedeeld over steeds meer leven,
zoals de zon op drie plassen, over drie bruggen,
driemaal gevangen in mist, uitgerekt in water,
onderging achter ons, voor ons.
Vuurtje gestookt in een krant
onder de spoorbrug maar niet
meer kind geworden daardoor,
ouder hooguit, aan de randen
aangevreten, onleesbaar.
Zij in de wagen werd blauwig. Haar daarom even
opgepakt, haar tegen haar
gestaan. Neergelegd, terug
gegaan als altijd, iets later
misschien. Nergens meer gestopt.
----------------------------------------------------
uit: Het gedicht gebeurt nu 1979-2009, 2010
Inzender: bs, 13 april 2017
Geplaatst in de categorie: individu