Poolhaas
Hij zit, zeer wit, tussen de scherpe stenen
van de eindmorene, zijn oren gespitst
vangen de stilte, het geluidloos zwerven
van de poolvos boven hem op de gletsjer
het zweven van de sneeuwuil in de schemer.
Dit is zijn wereld, hij is tevreden met zijn vacht.
Zijn sterke achterpoten trommelen bij gevaar.
Voor de ijsbeer duikt hij weg in spleten
vindt daar nog uitlopers van wilgen
korstmos en als de kust weer veilig is
rent hij snel naar het water, knabbelt aan zeewier.
Een raadsel is: waarom raakt bij het paren
de moerhaas ernstig gewond?
... Uit: De secretarisvogel schrijft: alle diergedichten ...
Schrijver: Remco Ekkers16 januari 2020
Geplaatst in de categorie: algemeen