Ach Here de vrijheid
klatergouden geschenk
dat de liefste mij geeft als hij gaat,
ach Here
dat droef sieraad.
Hij hangt het mij juublend
over 't strenge kleed en - ik lach -
met de lach die de mondhoeken slijt -
neemt gij dat strassen-lawijt
van de fiere troon van de hals,
ach Here, de vrijheid
zo vals.
Want hij tilt mij zingend omhoog…
Buiten mijn moedertaal
en die der nachtegalen
wist ik naar diepe zin
geen klare talen
en vaak heb ik bedroefd
naar ’t wonderboek gekeken
waarin geschreven stond
wat andere landen spreken.
Toen deed de stad van leed
voor mij haar poorten open;
ze leerde mij ‘t geheim
van wanhoop en van hopen;
daar hing te spreken veel
aan ogen en aan…