De roffel van zijn hart waarschuwt
het kind dat op de schommel tolt
en zweeft. Hij knikt zodra het landt.
Het denken houdt niet op. Als zij
gaan liggen in de nacht weeft hij
een net van aandacht om het huis.
Gedachten jaagt hij ver voorbij contract
en kruising. Al het onverwachte is
een nederlaag die slim wordt bijgezet.
Niets moet hem…
Het klein hoefblad hield ik vroeger
scherp in de gaten. Wanneer, waar,
of het al. Ook de kale witte klaver
en later de rode met de roestplekken.
Wij schrokken nergens voor terug
met onze manden en spaden. Weide
stond in plaggen voor het keukenraam
te sterven, te snakken naar water.
Nu kweekt mijn zoon zijn geurend
riet op het balkon.…
Ze klimmen aan de uitgestoken hand de kant
op, kijken langs je heen; op weg weer, als zij
waren toen ze in dit nat abuis verzeilden. Dank-
bare schimmen die zich sluiten als het water zelf.
Soms brengt de dreg sereen en willoos materiaal
in vreemd geplooide stof. De dood als regisseur
van stilstaand beeld drapeert het water dat
vibreert boven…