Wanneer ik nu in de oude bladen lees
En zie het wonder beeld-werk van die tijden,
Die nog voor 't heil-begerig oog belijden
Een geloven, dat hoog boven werelds vrees
En hel en dood en wat het meeste dees
Tijden onteert: kil onverschillig lijden
Van weedom, hief tot 't hoogste heil verbeiden,
Des dervend nu doolt menig hart als wees;
Dan…
Ligt aan de tint des gronds verscheiden verve,
Hangt aan het licht der zon verscheiden aard
Der mensen? Dán, o laat mij, laat mij zwerven,
O laat mij dolen, dolen Oost-, West-waart.
Hoe zoude ik in dit eenzaam kluisken derven.
Kennis dier allen, die in weelde-gaard'
Of woestenij van stad of zand-zee erven
Des levens vonk, uw gave, o Moeder…
O Aarde, Aarde, die in donkre schoot
Het goud bergt en het licht der edelstenen
En 't erts, zo star, èn... de ogen draagt, die wenen
En lachen om wit, ach! hun staag ontvlood,
Boven 't dra welkend lip- en wangen-rood;
Die op uw vlak, van zon dóór wolk beschenen,
Als ogen lachen door hun tranen henen,
Wel liefst hun leden luchte dans-plaats…
En in de lucht des vochten uchtends hangen
De laatste dunne blaad'ren van het jaar,
Als in het zwarte takkennet gevangen,
Met fijne glans van kleuren naast elkaar.
Zo louterde de pracht zich van de lange
En luide lichttijd en de brede schaar
Van groengedoste bomen, tot die bange
En tere lichtkleur van het late jaar.
Die blaadren…
0 durige eredienst van kleine plichten
Gepleegd naar 't levend voorschrift van de drang
Van mijn verlangend hart, waar dag niet lang
Nacht veel te kort voor valt, kon 'k in 't verrichten
Op dat denkbeeldig altaar, waar als lichten
Uwe ogen zijn, mijn zielsnood stijgt als zang
Van al onzichtbre koren en uw wang
En heilge slaap veel…