144 resultaten.
aankomst
poëzie
3.0 met 14 stemmen 2.405 Na lange dagen door storm geteisterd
En somtijds uit de kooi gesmakt te zijn,
Door ’t leven van ’t zacht Lisboa nog verbijsterd,
Vind ik mij zitten op het zonnig plein.
Geleund in de uithoek van een balustrade,
zie ik als over hemelsbreed kozijn
’t Beproefd schip dat klein stilligt aan de kade,
De gele stroom, de kleurge oeverlijn.
Beneden…
de eenzamen I
poëzie
3.0 met 11 stemmen 3.173 Hoe snel gaat de vrouw voorbij,
Op straat, in de trein, op de sponde,
Vlakbij en oneindig ver.
Soms ziet men alleen oog, mond en haar
(Nog iets van haar boezem misschien)
En kent haar tot in ’t tederst.
Soms was men met haar vereend
Duizend nachten en meer
En is haar toch zo vergeten,
Alles, haar geur, mond, haar,
Als was het zeven jaar…
Huivering
poëzie
3.0 met 21 stemmen 3.078 Het leven verlangt steeds naar de dood.
Bemin je? Weet jij waar vandaan
Wij kwamen en waarheen wij gaan?
Neen? Nu, wat heeft dan blijven nood?
Ik breng je geen geluk, ik kom
Alleen vergeten in je schoot,
Moe van het reizen naar de dood
Die nader komt als ik niet kom.
Het vuur krimpt onder dunne korst,
Nauw sluit de kou van het heelal
Rondom…
De dwangarbeiders
poëzie
3.0 met 10 stemmen 2.622 De koelies kermen op de zwarte kaden
Onder de Zuid-Chinese zomerzon,
Met plompe zak of zware ton beladen,
Eenzelfde zang van Sjanghai tot Kanton.
Zij zijn maatvast en doen de laadstok deinen
Het ritme van hun draftred doet 't gewicht
Half zweven door de lucht, de schouderpijnen
Zijn minder onverdraaglijk, bijna licht...
Zij leven…
Dialogue Mystique
poëzie
3.0 met 10 stemmen 1.928 ‘O marinero
en esta fonda’.
'O lichtmatroos,
Wat zoek je toch
In deze kroeg?'
'k Zit in mijn hoek
En drink een glas,
Ik lig niet graag
Des nachts in 't gras.
- Neen, neen, matroos,
Je hebt toch drank
Aan boord genoeg.
'k Was derdhalfjaar
Ter walvisvangst.
En voor de stilte
Heb ik angst.
- Maar in het dok…
O Konakry
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.928 O Konakry wat was je heet;
Nog heter dan de negerinnen,
Die gingen glanzend van het zweet
Heter dan langgespeende zinnen,
O Konakry!
O Konakry wat was je stil;
't Bleef ochtend in de brede lanen
Als was je een grote duiventil
Getimmerd onder de platanen.
O Konakry!
De zon kwam niet uit 't wolkgebied
Een vochte…
Onder het zonnezeil
poëzie
3.0 met 19 stemmen 2.438 Onder het zonnezeil, verrukt door de wind,
Zit ik gelukkig.
’t Noodlot is nukkig,
Maar er blijft niets meer dat me aan ’t leven bindt.
De vrouwen, vroeger voor eeuwig bemind,
Liet ik gelukkig
Vroegtijdig achter zonder kind.
Ik heb genoeg aan de natuur,
Altijd grootmoedig,
En aan de stille of stormende oceaan,
Eindloos voorspoedig.
Een vluchtig…
Herfst
poëzie
3.0 met 17 stemmen 2.786 Ik kon het in huis niet uithouden,
’t Laatste lief stelde mij teleur
Evenzeer als ’t eerste.
Ik ging op het terras uitzien op de wouden,
Trachtte mij te troosten met de allerteerste
Bloemen en de allerbedwelmendste geur.
Maar ’t was later seizoen dan ik dacht; de koude
Bergwind trok dampen over de dalen,
Grijs werd alle kleur.
Ik dacht dat…
OUD
poëzie
3.0 met 13 stemmen 2.348 Verwaaide heesters in een lege tuin.
Klimrozen in de luwte van de muur.
Wat zonnebloemen, spruitend tussen 't puin
Der vorige winter ingestorte schuur.
Het vage pad door hei naar 't lage duin,
Vanwaar ik 's middags op de einder tuur
Over mijn boot, gekanteld, half in 't zand,
Door 't laatste springtij hoog op 't strand getild.…
Het dodeneiland
poëzie
3.0 met 13 stemmen 2.385 Geen ankerplaats, geen monding van een beek.
De sloep bleef steken in een modderkreek.
De bossen dorren, leven op vergane
Uit eigen vroeger loof gevallen blaren.
Hun takken storten afgestorven bomen
In beddingen van uitgedroogde stromen,
Waar de oevers uit gebleekte beendren steken,
Die bij een windvlaag (of bij 't langsgaan) breken.…
Fado
poëzie
3.0 met 27 stemmen 2.618 Ben ik traag omdat ik droef ben,
Alles vergeefs vind en veil
Op aarde geen hogere behoefte ken
Dan wat schaduw onder een zonnezeil?
Of ben ik droef omdat ik traag ben,
Nooit de wijde wereld inga,
Alleen Lisboa van bij de Taag ken,
En ook daar voor niemand besta,
Liever doelloos in donkere stegen
Van de armoedige Mouraria loop…
Scheppingsverhaal
poëzie
4.0 met 6 stemmen 2.254 Gods kind had blokken in zijn boezelaar,
Waarmee het in de wolken had gespeeld.
Maar toen zij op wou bergen, moe, verveeld,
Zag ze in de doos en wist niet hoe ze daar
In passen moesten, keurig ingedeeld.
Want God was streng, maar sliep - dus geen gevaar.
Zij liet ze vallen, zag er niet meer naar
Om en ging vlug naar een mooi engelbeeld.…
Voor de verre prinses
poëzie
4.0 met 14 stemmen 4.090 Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tussenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
Uw land is zo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis - dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten…
De voortekenen
poëzie
3.0 met 12 stemmen 2.087 Witte ijsvogels wiegen
Zich op zee en twijgen dichtbij.
Zij wijst ze en roept ze met helle
Bekoringsstem: "Zij voorspellen
Geluk!"
Maar ik zie verder: van het bergenjuk
Komt een donkere stip neersnellen,
Een zwarte vogel voegt zich er bij.…
De doden en de kinderen
poëzie
4.0 met 7 stemmen 2.024 Kom vaak bij ons. Jij die begint te leven
Verstaat ons 't best en bent het dichtste bij.
Een kerkhof vind je, evenals een wei,
Een plaats goed om te draven en te spelen.
Je praat met dingen die geen antwoord geven,
Die enkel lachen, stil, lang, als de zon,
Er schaduwen als glimlachen doen zweven.
Ook grauwe stenen in een dartle bron
Zijn…
NOG
poëzie
3.0 met 11 stemmen 2.372 Dichten doe ik nog, maar als in droom,
In een droom waarover 't voorgevoel
Van te ontwaken in een werklijkheid
Die geladen is met ramp op ramp
Hangt als een zwaar onontkoombaar onweer
Dat in laatste stilt zijn donder uitbroedt
Over 'n lieflijk maar al rottend landschap.
Tussen zwammenwoekring bloeien bloemen,
Pluimen rijzen uit vergrauwde…
'k Verkeer in weelde
poëzie
3.0 met 12 stemmen 1.901 ’k Verkeer in weelde tussen de bloemen met wijn,
Maar ook in armoe: drinkend zonder vriend.
De opkomende maan, mij zo verlaten ziend,
Wekt mijn schaduw, zodat we met zijn drieën zijn.…
Epitaaph
poëzie
3.0 met 11 stemmen 1.662 Hij ging veroverend, niets ontziend,
Een ontzette wereld door,
Heeft onbegrensde rijken gesticht,
Alles gaat weer teloor.
Vrouwen en vleiers zat; vrouw noch vriend
Die hem vrijwillig verkoor;
Vrees maakt eenzaam: hij heeft enkle liedren gedicht
Voor zichzelf, buiten elk gehoor.
Waarvoor heeft dit woeste leven gediend?
Rijk en roem…
Lieveling, schoner ben jij
poëzie
2.0 met 16 stemmen 2.752 Lieveling, schoner ben jij dan de heilige Foedsji,
Die maar één welvende sneeuwige top heeft,
Alleen bij het vroegrood één rozige spits toont.
----------------------------------
Foedsji: Fudji; vulkaan in Japan…
Jeugdherinnering
poëzie
4.0 met 57 stemmen 3.698 Dit was mijn eerste visie op de tropen:
Een gladde plaat boven de schoorsteenmantel,
Waarop, om lange palm, laag bladgekantel,
Een tijger sloop, de ogen bloedbelopen.
Daarvoor, 'n Chinees in geel kleed op 'n theebus,
Met plat gezicht, hangsnor en scheve ogen;
Op 't deksel stond een onoplosbre rebus:
Karakters van onmetelijk vermogen.…
Bezinning
poëzie
3.0 met 6 stemmen 1.833 Na de schrik en
Begenadiging,
Onder ’t snikken
Van verzadiging,
Na de feesten
Van het vlees
Keert de geest en
Rijst de vrees:
Deze extase
Keert niet weer.
’t Licht doet dwaas en
’t Leven zeer.…
Het einde
poëzie
3.0 met 12 stemmen 2.499 Nog zweven liedren op de wind
En gaan van mond tot mond,
Van ouder op kind.
Maar ’t speeltuig ligt in ’t stof geworpen
En hij die ze er aan ontlokte
Is nu een afgestompte, verstokte
Dronkaard geworden in de laatste dorpen.
Nog zweven liedren op de wind...…
Provinciale
poëzie
3.0 met 14 stemmen 1.931 De regen laat niet af
Zich op ’t stadje uit te storten,
Als een Lied ohne Worte,
Uit den treure gespeeld.
Een vrouw, nog ver van ’t graf,
Vindt de zondag ondraaglijk,
Maakt ’t zich lijflijk behaaglijk,
Vroeg in bed: haar bezit – onverdeeld.
En lang als ’t regenruisen
- Slepende begeleiding -
Houdt de klacht van de kuise
Aan, om ontwijding…
Wachten
poëzie
3.0 met 5 stemmen 2.096 Mijn bootje is van dun riet
Gebonden door vezels van lis.
Toch bevaar ik de stroom.
Geen wachtlicht op de andere oever
Alleen bewaakt door de poolster.
Kom je niet?
Jouw boot is van sterk hout.
Deze stroom is nog lang niet
De woeste Yang Tse en toch ben je bang.
Kom je niet?…
Dit eiland
poëzie
3.0 met 15 stemmen 2.876 Voor de zachtmoedigen, verdrukten,
Tot geregelde arbeid onwilligen,
Voor de met moedwil mislukten
En de groots onverschilligen,
De reine roekelozen,
Door het kalm leven verworpen,
Die boven steden en dorpen
De woestenijen verkozen,
Die zonder een zegekrans
Streden verloren slagen
En 't liefst met hun fiere lans
De wankelste tronen schragen…
Complainte
poëzie
3.0 met 20 stemmen 2.406 Ik leefde ook liever monogaam,
Maar ik ben veroordeeld als nomade,
Tot geen gestage echt bekwaam,
Steeds af te wijken van de paden
Door elk van wieg tot graf bewandeld,
Strak afgewend van 't boos instinct:
Hun ziel voor welvaart vlot verhandeld,
Hun drift verdrongen en verminkt.
't Geluk, dit smadelijk verdrag
Toch te vergeten bij een…
Van de overkant
poëzie
3.0 met 4 stemmen 1.651 I. Morgen
Ik lag in 't oeverriet aan de overkant
En tuurde naar haar raam in de buitenste paleismuur;
Ik kon niet zien dat zij verscheen,
Want de nevel dreef over de rivier.
Maar de hemel achter mij bloosde van kim tot kim,
Zodat ik wist dat zij naakt voor haar raam moest staan.…
II. Avond
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.869 Het zwerk wordt wit en rood, het landschap groen en geel,
Onder een wolk aarzelt de morgenster,
Achter een raam waakt de ster van mijn nacht.
Over de stroom, die mijn boot voorbijsleurt,
Begroeten elkaar de beide sterren,
Over mij heen ziend.…
De dode beminde
poëzie
4.0 met 10 stemmen 2.863 Ik hoor niets meer van haar, en vroeger
Was ’t ruisen van haar gewaad al vreugde;
Leeg en stil staat haar zaal,
Stof hoopt zich op, ongestoord,
Blaren ritselen verlangend langs 't raam –
Hoe kan ik haar dan missen?
Daar dat gordijn,
Gleed haar schim er niet langs?
Ruiste haar rok niet?
Kom, kom toch terug!…
Festijn
poëzie
4.0 met 7 stemmen 2.377 De zalen waren voor 't feest getooid,
De kelders open, de waaiers ontplooid;
lets fraaiers werd nooit vertoond.
Maar nu 't einde nadert van 't gelag,
Roep ik wee en ach,
Wee en ach,
Dat het niet is voortgegaan,
Niet voor eeuwig kon bestaan.
Het is bijna dag.
Waar ik braste stonden vier bokalen,
Zaten nog drie drinkers,
Denkend aan…