Voor ik word vermoord door de lafaard
zal mijn haar groeien tot aan de voeten
Jurken van perkament zal ik dragen
dat het water zuigt tot aan de lippen
Met zingende bomen stook ik hoge vuren
braad met blote handen zeven dove hanen
Aan de voet van de berg moet graniet geraapt
havenloze dieren het wijde watervat gewezen
Doofstom en moe…
Het is zo’n tergend blauwe dag
waarop roekeloos vuur vlamvast
in de handen wordt gedragen.
Dat onstekingsremmers
katalysator zijn van loeiende kalverliefde
daar hoorde je Opa niet over.
Hij stuurde liever Nero in het riet
waartussen elk natuuroog vurig is
en een parmantige fazant
voornaam, rechtop en gezond
koddig gekleurde familie van…
dat je nog eens groet
voor ik dood zal zijn
dan kan ik in het laatste hout
woorden voor je branden
en laten weten
dat er veel zinnen
zijn blijven rusten
kom nog een keer dan
om je hand op mij te leggen
beloof het
laat mij gaan…
----------- I --------------
Hier draait een opgeheven hoofd
dat zijn atlas kent als trefpunt
van ja en nee bewondering.
Naar links en rechts neigt
voor hoofdelijke aansprakelijkheid.
----------- I I -------------
Boven de adellijk blauwe borst
torst een prins onbenoemde cellen.
Daar geeft de olifantenhuid de aderen nooit bloot.
Herkent…
Wij, in dit gespreide park. Loom van droom.
Groen nog van klaver en rood van rozen.
wringen de bodem open. Scheuten water
in droge monden en licht achter zwarte ogen.
zoeken barsten in de omklemming van de stam.
Basismieren volgen kromme koninginnen. Sleets
zijn hun vage kleden. Scheef de gesteven boorden
van de klerken. Klokkenluiders…
Nee Bastiaan,
jij bent niet langer de gespierde paardenslager.
Jij bent meer van verse vis, kalfslever, ossentong,
na te tellen ribben en stoere polderbillen.
Bastiaan - vrienden van vroeger noemen je nu Hansje –
je bent een opgeknoopte ballenjongenworst geworden
volgepropt met geretoucheerde verlangens
naar een magere:
“you need the full…
de naaste buren weten alles van waar de zon op komt
hoe laat de stadsverlichting wordt ontstoken waar
de wilde konijnen legers hebben gebouwd naast
de kreupelhoutwal in het park verstopt achter
het grof beschilderde betonnen geluidsscherm
de naaste buren roepen moord en brand ook
als de kinderen hand in hand ballen lek schoppen
bovenop de stalen…
Uiteindelijk gekozen voor de magere slagersjongen
die vermomd als hooggeplaatst bloedmonster
nadrupt op het mank getreden grauwe paard.
Natte turf in zijn vetleren zadeltas gestoken
en een brandend verlangen naar stoofpot
varkenspoot en uitgehangen ossenworst.
Geen droog vuurhout op de ruige rug.
De koude handen blauw gevouwen
en uur…
Hardvochtige vrouw, spreek nog eens zacht
over de kinderen in je handen en de avonden
dat je stenen gooide in de zee. Hoe de hekken
om je pijnboomtuin open gingen en de gekken
stopten met spreken. Toen jouw binnensmonds
gefluister mompelde naar samenhang. Leeg
de houten huizen. Niemand heeft gewacht.
Het dak weggeslagen boven afgekloven stenen…