Als de dagen wegglijden in moeizaam geploeter,
mijn beurs enkel gevuld is met kortingsbonnen,
die ik desondanks niet kan betalen, de gedoemde
armoedzaaier die ik ben, dan wens ik wel eens
zo snel mogelijk terug te keren naar de hemel,
biddend om een fatale hartaanval. Had ik mijn
energie maar gestopt in een bestseller of had
ik me geschoold in…
de vallende avond lijkt op uitstel,
op verlengde speeltijd, op aankomst
met onbekende vertraging
in deze ogen blinkt een hemelzucht,
even later passen eendagswolken
met gemak in hun jachtvelden
wie zwaartekracht van licht kan verdragen
leest een donkertalig gedicht, scheert
de wol van zijn luchtledige schapen…
O wereldvliedende in verheven hemelzucht!
‘k Zie goudlicht gloren door uw blauwe bladerklieren,
Uw ruisen roert me als reizang van gewijde lieren….
O leer mij ruisend rijzen, hoog in reinheidslucht!
----------------------
uit: Poëzie (1892)…