mijn fiets verroert zich
in stugge verbazing, koud is
de weg
druipende bomen werpen druppels
langs mijn pad; de wind speelt mee totdat
ik zeg dat het genoeg is
mijn fiets loopt warm
en aan mijn arm likt - schuchter nog -
de zon
hoeveel kon ik hebben geweten
toen ik – in een godvergeten tijd –
een barre tocht ten spijt
me wel van…
De koetsier in Brugge sprak op een toon, die 'tien'
werkelijk deed weerklinken voor tien en in zijn ratelende
stem verdwenen wij voor de tijd die hij ons gaf, geborgen
in zo'n oude kar uit een andere eeuw en sidderend van
jaartal naar jaartal, spottend met een magere begijn,
een griezelige rit door de tijd, via holle kerken en
taaie monumenten…
De koetsier in Brugge sprak op een toon die 'tien'
werkelijk deed weerklinken voor tien en in zijn
ratelende stem verdwenen wij voor de tijd die hij
ons gaf, geborgen in zo'n oude kar uit een andere
eeuw en sidderend van jaartal naar jaartal.
Ik spotte met een magere begijn en ik zat als een
vis in een fuik, het net zat strak om mijn buik…
2 kinderen glimmend van geluk
Rijdend op de pony's van de rondrit
Een oude foto toont een gewezen
Verkleurende zomerdag
Ze zagen bonte wezens wezenloos
verschrompelen door strakke gekooidheid
Vervreemd achter slot en grendel verdampt
ook zeldzame exotische schoonheid
Op 2 paardjes van bij ons
is hun geluk zoogdierlijk besmettelijk
De…