met gedachten vult
ga mee rennen
door het bos en langs de wei
kijk hoe bomen vreemd
hun takken spreiden
om botsen te vermijden
hollen door het tere groen
waar vogels spinnen eten
eekhoorns hun eikeltjes vergeten
verdwalen tot het donker wordt
geluid in stilte smoort
angsten in je bloed gaan suizen
als je uilen door de nacht hoort ruizen…
Ik hoor geluiden, vogels die fluiten, het ruizen van de wind door de bomen en het hoge gras.
Een glimlach speelt over mijn gezicht, wetend dat ik het donker van de stad achterlaat, inruil voor het licht.
Hier ben ik in mijn eigen wereldje.
Hier ben ik bijzonder, speciaal, opmerkelijk.…
Hij vindt geen woorden; tòch in hem gaan
Lofliedren ruizen.
Telkens keren zijn ogen weer,
Heel teder weer,
Heel teder weer
Tot haar, die rust na 't lijen.
- Kan daar mysterie lieflijker zijn
Dan het ontluiken van bloemkelkrein
Moederverblijen?…