De kleine bedelaarster
poëzie
Ik kom uit mijn dorpje: ik kom om wat brood;
Ik dool door het slijk en de slibber der straten;
Mijn kleed is gescheurd en mijn voeten zijn bloot;
Mijn moeder is krank en mijn vader is dood:
Wij schreiden zo luid, maar het mocht ons niet baten.
Heb meêlij, heb deernis, mijnheer en mevrouw!
Och, sluit niet uw oren zo koel voor mijn klagen…