Waar de dichters sneuvelen
Verdroogd schreeuwend de pen
Krult het onbeschreven blad
In tijdloos durend witte stilte
Dan is daar de oorsprong
Die zich verontwaardigt profileert
In razernij en zoet gezang
Ontrukt hij de vlerk een veder
Toomloos is zijn gedender
Niet aflatend de stroom
Braakt gewraakte zinnen
Geboren is het schrift…
Een hoge paleiskoepel overhuift
onverstoorbaar statig het gekrioel
van mensen, die zich spoeden naar hun doel,
als de trein met gedender binnenstuift.
Men roept gehaast, snelt langs elkaar en wuift.
Druk zoekende ogen en jachtig gevoel
zijn in de spijszaal plots aangenaam koel,
waar de blije drinker ogenschijnlijk fuift.…
In die stille maand november
Alles kaal, dor en leeg
Sta ik in een verlaten steeg
Geen gedender.
De regen spat op mijn gezicht
Op de kalen bomen
Ik hoor het water stromen
Doe mijn ogen dicht.
Ik sta aan de grond genageld
Ben bevroren van binnen
Sta te verzinnen
Dat het hagelt.…