sierlijk neeg het glas
naar de vorm
die ik voor ogen had
subtiel vertakt
spreidde zij haar ijle stelen
in de schikking die ik dacht
rondde haar bloemen
naar helder zicht waar zon
uitbundig brak in alle kleuren licht…
ik was in de ban
van vorm en kleur
zij inviteerden mij
als hun penseel
mijn beitel bleek
te scherp en agressief
claimde teveel ruimte
in een brok graniet
bij het sierlijk
transparante van glas
was het de warmte die
ik niet onder controle had
ik wist altijd
al garen te spinnen
tussen het witte linnen
in mijn schildersatelier…
jij rankt als glas
geblazen
met de mond
slank krijg jij
de hoogte
sierlijk en voornaam
je lichte trots
blinkt uit in
fraai gevulde delen
toch blijf je transparant
kleurt zacht
door zon beschenen
jouw vormen in balans
unieke kunst
gemaakt door mond en hand…
Verdreven uit de moederschoot
en losgescheurd uit de beschutting
van loswal en kadekant
raakt het wonderwerk op drift
een onhoorbaar ijle wind
suist door onzichtbare zeilen
over de kleurloze stilte vallen
de schaduwen van niet nagekomen beloftes
zwijgend vormen zich de patronen
aan iedere vorm kleeft een stem
die als een paukenslag droomtijd…
ik blies
ons glas tot zomer
sloot met warme lente af
we kristalden snel
als dromers in de
bol die onze hemel was
jij kleurde licht
in regenbogen ik groende
in extase meer dan opgetogen
toch moeten we
gaan scherven om onze oogst
weer ongeschonden te beƫrven
zij is volrijp en kan
de winter aan laten we nu
samen voor een nieuwe…
ik blies het glas
dat onze liefde was
tot fraaie ronde vormen
jij koelde dat
wat moeilijk was tot
de gebruikelijke normen
er was geen breuk
en toch verlies want
alles moest in het geniep
onze kunst mankeert
nog steeds een warm
en enthousiast publiek…