kommer kom
netgedicht
Een glibbervis ben ik geworden,
die in deze netversperde wateren,
de fuiken wil ontwijken,
maar dadelijk weer druipend nat
naar jouw droge woede wordt gevist:
geen vrije vis, maar rondjes zwemmend
in een zwaarvervuilde kom
met matglas ruiten.
waar is het verse water toch,
hoe kom ik buiten?…