We zijn het nieuwe jaar binnengereden
De eerste maand is voor een kwart al klaar
De winterkoning is nog steeds niet daar
De lentekoningin zal gauw aantreden
Nog twee maanden tot zomertijd te gaan
Ik laat één klok dat uur vooruit maar staan…
je bent mijn lentekoningin
en zonnebloemt tegen
het groen van de cypressen
je glooit de heuvels
tegen blauw, verstrooit
de zon in ochtenddauw
als water lijnen raakt
de scherpte in kleur vervaagt
komt harmonie naar voren
in rijpend geel
penseel je zacht
het wuiven van het koren
wolken zijn geboren
gelijnd uit losse hand
warmte…
Nu buigen blad en bloesem naar beneên
Om háár te spreiden luchte baldakijn,
Haar, die aan 't hoofd van 't zuiver-spelend koor
Ten bos in schrijdt, de lentekoningin.…