je klaproosde
op slanke wat
lichtgroene stelen
het kleine blad
gaf lilapaars
subtiel haar boventoon
ik heb je niet
bewoond maar wel je
zwarte hart bewonderd
als in een droom
hebben onze kleuren
elkaar altijd weer gevonden…
voel de stilte
in de zon het
heimelijk verwachten
waar verlangen groeit
en een subtiel geluid
jou als bruid laat komen
in het wit
terwijl ik kleur
en jij de hemel geurt
uit de seringen
die mijn lilapaarse tuin
met lente heeft behangen…
heb je belet
in violet te kleuren
dacht de fijne aderen
in rood en blauw te zien
het was geen keuze
je groeide groener in
ontluiken bloembladerde
te snel in transparant
maar in het zwarte hart
sluimert het lilapaars
ik breng met zonnekracht jouw
klaproos tot haar violette pracht…
als hang
steeds zwarter wordt
het licht op uitzicht
steeds meer gaat ontnemen
reik ik in het donker
toch een zachte hand
want in het infrarood
zie ik je warme kant
daar waar ultraviolet
ijskoud gedachten gaart
kleur ik in lilapaars
weer een bestaan
laten we ontsnappen
reƫle kleuren vatten
en op het nieuwe doek
zonder vroege verfspatten…