een man zoekt leven
wikkelt woorden in zilverpapier
spuugt tussen platgestreken vouwen
er wonen geurende seringen in zijn hoed
een vrouw ziet de man
haar handen vouwen lelies
de wind raakt verward
wiegt alles om haar heen
de vrouw schudt met losgeraakt haar
zoete lippen lokken vogels
alsof zij de aarde aantrekt
buigen takken beleefd…
Nergens rust meer
herrie, zoveel herrie
autos gieren over straat
vliegtuigen vol kerozijn
bonkende basboxen
gillende sirenes
nergens rust meer
zelfs de natuur
vertoont zijn speedboten
als lokvogels
voor de recreant
die zijn vlees verbrandt
nergens rust meer
TV - decibellen
die mijn hersens kwellen
het trapportaal klinkt luid
van…
Goed toeven moest het zijn waar alles werkte,
een voorbestemd, aanlokkelijk, zalig oord;
extatisch, dringend roepen van de soort-
genoten beloofde voedsel, onbeperkte
vrede en verrukt verkeer. De vlerken
gaven toe aan poten en een ongehoord
snel zakken van de bout, het hart bekoord
door 't zachte wiebelen van het wed -Merkte
nou niemand…
verstrijkt
In jou wereld ben je een held, maar je grens is bereikt
Je hebt nu je imperium zover het oog reikt
Maar in die periode heb je wel heel je familie ontwijkt
Door het aardse slijk, blijft je familie in de modder achter
Gedachten te rijk, kan je drang naar meer nu niet zachter
Je moet kijken naar de kleine dingen
Niet jagen over wat de lokvogels…